JIMI “PRIMETIME” SMITH & BOB CORRITORE – THE WORLD IN A JUG

Artiest info
BOB CORRITORE
JIMI “PRIMETIME” SMITH
 

Voor Bob Corritore's nieuwe project, 'From The Vaults', viel zijn keuze deze keer op zijn sessies met Jimi “Primetime” Smith met daarbij de nodige vrienden die het album "The World In A Jug" verder invullen. Want bijna op al zijn albums krijgt Corritore steeds steun van tal van vooral bekende vocalisten en gitaristen, en dit was bij deze sessies dan ook niet anders. Mocht je in het overweldigende bluesrock aanbod van de laatste tijd vergeten zijn hoe de blues in zijn meeste elementaire vorm ook al weer klonk, dan is dit het perfecte album voor je!

Bob Corritore nog voorstellen is misschien overbodig. Als mondharmonicaspeler van de ‘old- school’, radiomaker, producer en eigenaar van de befaamde Rhythm Room club in Phoenix, Arizona zorgt Corritore voor het in leven houden van de bluescultuur, en dit al meer dan 40 jaar. De "Keeping The Blues Alive" award die hij in 2007 ontving was dan ook meer dan verdient. Ondertussen is Corritore al genomineerd voor vijf Blues Music Awards. "You Shocked Me" is het 23ste album van Corritore, hoewel hij op meer dan zeventig anderen verschijnt. De naam Bob Corritore, is al tijden lang verbonden met de Chicago blues, en een gevestigd begrip op zich. Deze man heeft een enorme staat van dienst achter zich, en zo veel gedaan, dat het teveel zou zijn om daar allemaal over uit te wijden. Doch wil ik U wel een ‘klein’ beeld geven van deze man. Als Bob twaalf is, hoort hij voor het eerst Muddy Waters op de radio. Dit feit verandert zijn leven. Nog geen jaar later, speelt hij al mondharmonica. Als hij op het middelbare school gymnasium zit, krijgt hij de kans om naar een optreden van Muddy Waters te gaan. Als tiener was hij vaak te vinden bij grote mondharmonicaspelers als 'Big' Walter Horton, 'Little' Mack Simmons, Louis Myers, Junior Wells, 'Big' John Wrencher en Carey Bell, van wie hij vaak tips en aanmoedigingen kreeg. Bob ging naar optredens van Howlin' Wolf, Billy “Boy” Arnold, John Brim, 'Sunnyland' Slim, 'Smokey' Smothers, Eddie Taylor, met wie hij vaak bevriend geraakte. Corritore werkte in de late jaren ’70 en begin jaren ’80 al samen met “Tail Dragger”, “Big Moose” Walker, Willie Buck, Louis & Dave Myers en Eddie Taylor.

In 1981 verhuist Bob naar Phoenix, Arizona. Daar speelt hij ruim een jaar lang samen met Louisiana Red, voordat Red naar Duitsland verhuist. Bob zit niet stil en werkt ook samen met 'Big' Pete Pearson, Buddy Reed, Tommy Dukes, 'Chief' Schabuttie Gilliame en Janiva Magness. In 1984 gaat Bob, naast zijn optredens en opnames, ook de ‘Those Lowdown Blues’, een blues radio show, op KJZZ verzorgen. KJZZ is het vlaggenschip van de Nationale publieke omroep in Tempe, Phoenix, Arizona. Ze zenden uit vanaf de campus van het ‘Rio Salado College’, die als sinds 1985 de eigenaar is van het station. In 1991 opent Bob zijn bekende blues en roots concert club, 'The Rhythm Room'. De club opent nieuwe perspectieven voor Bob. Hij nodigt er grote artiesten uit om samen met zijn band 'The Rhythm Room All-Stars', te komen optreden. Deze sessies zijn nu nog altijd beroemd. Als gasten ontving Bob in zijn club Bo Diddley, Little Milton, John Brim, Jimmy Rogers, Henry Gray, Pinetop Perkins, Henry Townsend, Honeyboy Edwards, Big Jack Johnson, Ike Turner, Smokey Wilson. Lil’ Ed, Willie 'Big Eyes' Smith, Nappy Brown, R.L. Burnside, Robert Lockwood, Jr., Sam Lay, Barbara Lynn en … In 1999 brengt Bob zijn éérste album "All-Stars Blues Sessions" uit. Zijn (inter) nationale doorbraak komt er na optredens met Henry Gray, Louisiana Red en 'Big' Pete Pearson. In 2007 verklaart de burgemeester van Phoenix officieel, dat 29 september de 'Bob Corritore Day' wordt, om hem te eren voor al zijn muzikale bijdragen aan de Phoenix’ gemeenschap. In hetzelfde jaar ontvangt Bob ook de "Keeping The Blues Alive" award van de ‘Blues Foundation’. Bob's album "Travelin' The Dirt Road", dat hij in 2007 opnam met Dave Riley, is genomineerd voor een ‘Blues Music Award’. In 2008 werkt Bob samen met Pinetop Perkins, die met het album een Grammy®-nominatie haalt. In 2010 wint Bob met het album "Harmonica Blues" een ‘Blues Music Award’. In 2012 krijgt Bob in de categorie mondharmonica de ‘Living Blues Award en is hij de ‘Star Blues' Artist Of The Year’. Bob treedt regelmatig op met de 'Rhythm Room All-Stars'samen met Dave Riley, Louisiana Red, Henry Gray, Sam Lay, Tail Dragger, John Primer, Mud Morganfield, Diunna Greenleaf, Bob Margolin, “The Andy T/Nick Nixon Band”, “The Delta Groove Harp Blast” e.a.

De minder bekende Jimi "Prime Time" Smith werd in 1959 in Chicago geboren als zoon van Johnnie Mae Smith en  Andy Smith. Jimi's muzikale talenten leken vanzelf te komen, aangezien hij opgroeide in een muzikale familie. Jimi's moeder, die muzikaal "Johnnie Mae Dunson aka, The Big Boss Lady" heette, was een belangrijke kracht in de vorming van de Chicago blues in de jaren 1950, en werkte samen met de beruchte Amerikaanse bluesmuzikant en songwriter Jimmy Reed, als zijn songschrijver, drummer en manager. Johnnie Mae Dunson speelde met veel van de oude bluescats zoals Albert King, J.B. Hutto en Jimmy Reed. Jimmy Reed was niet alleen een muzikale mentor voor Jimi "Prime Time" Smith, maar Jimmy was ook een soort vaderfiguur voor de jonge Jimi toen hij opgroeide. Op de zeer jonge leeftijd van 8 jaar maakte Jimi zijn allereerste opname "Young Boy with the Blues". Later op 12-jarige leeftijd begon hij gitaar te spelen onder leiding van Jimmy Reed, Hubert Sumlin en Eddie Taylor. Jimmy was de eerste die de jonge Jimi leerde gitaarspelen, maar Eddie en Hubert waren degenen die Jimi hielpen zijn eigen stijl te vinden. Tijdens Jimi's jonge jaren werd hij blootgesteld aan nog veel meer blueslegendes, zoals Tina Turner, Fred Below, Phil Upchurch, Wayne Bennett, een man die hij oom Mr. Willie Dixon noemde en nog veel meer. Toen Jimi net 14 was, speelde hij zijn allereerste grote show op het Ann Arbor Blues Festival in 1973, tussen Charles Mingus en Ray Charles in. Tijdens Jimi's tienerjaren begon hij te toeren met Jimmy Reed in vele clubs en dit van 1973 tot 1976. Na een tijdje in Detroit te hebben getoerd en later naar Chicago te zijn teruggekeerd, speelde Jimi zijn laatste show met Jimmy Reed in de High Chaparral. In deze tijd legde Jimi zijn focus weer op school. Op de leeftijd van 17 en 18 jaar begon Jimi te spelen in de bluesclubs van Chicago. Jimi speelde met mensen als Big Walter Horton, Floyd Jones, Playboy Vinson, Sunnyland Slim, Jimmie Johnson, Queen Slivia, Playboy Benson, Eddie Taylor, Fenton Robertson en nog veel meer Chicagoland blueslegendes. In 1979, op 20-jarige leeftijd, nam Jimi "Prime Time" Smith de beslissing om te verhuizen naar de Twin Cities en begon zijn stempel te drukken in de blueswereld en werd al snel bekend als één van de beste en fijnste bluesgitaristen.

Van 1985 tot 1989 vormde Jimi de nieuwe band 'R-Section' met drummer Donald'Hye Pockets' Robertson (voorheen van de Luther Allison band) en terwijl ze door Duitsland toerden namen ze hun eerste en enige album op, "Not 4 Sale". Jimi's reputatie bleef groeien als een van de beste bluesgitaristen in de omgeving. Jimi werd veel gevraagd als begeleider van legendes als Etta James, Albert King, Lady Bianca, Otis Rush, Albert Collins en 'Baby Due' Caston.  Van 1989 tot 1990 trad Jimi toe tot "Big Walter Smith and The Groove Merchants". Net als bij Jimmy Reed werd Big Walter Smith al snel een vaderfiguur voor de jonge Jimi "Prime Time" Smith. Hij was zo'n vaderfiguur en omdat ze allebei dezelfde achternaam hebben, dachten sommige mensen dat Big Walter Jimi's biologische vader was. In deze tijd ontwikkelde Jimi zich tot één van de grootste bluesgitaristen van de stad. Hij reisde naar Europa met muzikanten als 'Big' Jay McNeely, Eddie 'Clean Head' Vinson en opnieuw met Lynwood Slim. Jimi bleef in de Blues Alley spelen tot die in 2001 sloot, waarna Jimi verder speelde in de Twin Cities en Chicago met zijn moeder Johnnie Mae Dunson en zijn nieuwe band 'The Chicago Flavor' met drummer Allen Kirk, gitarist John McGhee, bassist John Lindberg en toetsenist Dave Wiegert. Ze breidden hun tournees uit naar Michigan, Florida, New York en Chicago. Jimi en Johnnie Mae Dunson hadden ook het genoegen om te spelen met Paul Shaffer, Buddy Miles, Vernon Reed en Elvis Costello in 'The Apollo Theater' in Harlem, New York voor 'A Great Night in Harlem' benefiet gesponsord door de 'Jazz Foundation of America'.  Jimi werd opnieuw gevraagd als back up van opmerkelijke stertalenten als Dr John en Devell Crawford. Na een pauze om te hergroeperen, nam Jimi nog een album op, "Back on Track" voor Coldwind Records, dat een minimaal succes kende door een gebrek aan ondersteuning. Jimi bleef spelen met nationale en lokale muzikanten, zoals de juist vermelde Dr.John en Devell Crawford, maar ook Magic Slim, Shawn Lil' Slim en vele anderen. In de jaren '90 keerde Jimi terug naar Blues Alley met zijn eigen band Jimi "Prime Time" Smith and the "Prime Time" Players. Hier vond de band hun eigen groove en namen hun eerste live album "Give Me Wings" op bij Atomic Theory Records. Ze genoten veel succes met het spelen in de Twin Cities en breidden al snel uit naar de markt van Chicago op het Chicago Blues Festival waar ze speelden met Jimi's moeder Johnnie Mae Dunson Smith.

Tot hier een kleine inleiding (!). Bob kreeg steeds al een lange introductie als de man achter zijn "From The Vaults" series, en als nog steeds één van de gewaardeerde spelers in de hedendaagse bluesscène, maar voor dit album "The World In A Jug" is hij in het gezelschap van gitarist en zanger Jimi “Primetime” Smith, en de basis van dit album ligt in de hechte vriendschap en muzikale chemie tussen beide heren.  Ze woonden en werkten beiden eind jaren ’70 in Chicago, en toen Jimi zo’n zeven jaar geleden naar Phoenix, Arizona, verhuisde werden de oude banden al spoedig weer aangehaald. Opgenomen in vier sessies verspreid tussen 2017 en 2020 in Tempest Studios in Tempe, Arizona, is deze collectie van tien tracks een geweldige showcase voor de brullende stem van Jimi Primetime Smith. Daarnaast komen natuurlijk ook Jimi's bijtende gitaarlicks, Bob's pittige harmonicawerk en even een scheurende saxsolo van Doug James in het nummer "Soul Food" aan bod. Bij het zien van de songs denk je meteen, dit zijn weer opnames van de zoveelste Corritore’s Vaults bloemlezing, echter bij beluistering krijgen we meteen zo'n uitzonderlijk vintage gevoel, dat men verdomd doof zou moeten zijn om niet alle aandacht te schenken die het vereist.

Met " I Got The World In A Jug" begint het album meteen in goede familiale stijl, en staat Johnnie Mae Smith meteen in het middelpunt. Jimi's moeder schreef dit nummer, zoals ook "We Got To Stick Together", je zult op deze nummers niets revolutionairs horen, maar dat is ook precies de bedoeling. Smith en Corritore hebben authenticiteit door hun aderen stromen en gesteund door de huisband van The Rhythm Room en aangevuld met een aantal prima sessiespelers kan hun muziek zich meten met de beste. Het tweede nummer is een cover van Freddy King's "Love Her With  A Feeling", gevolgd door "You For Me", "Blinded" en "In A Spin" allemaal songs door Jimi geschreven zoals ook "Walkin’", "Southbound" en "Fire And Ice" die wat later volgen, allemaal opnames boordevol nuance en stijl. Een woord moet gezegd worden over de productie en het arrangement - het geluid is eersteklas en allesomvattend. Voor de productie tekende Bob zelf samen met Kid Andersen, Clarke Rigsby en John Wroble. Er is niets opzichtigs in de audiobalans, maar de uitvoeringen klinken opwindend direct, net niet te clean om de muziek te ontdoen van zijn levende blueshart. Het album is zeer genietbaar, de schijnbare eenvoud ervan legt het vakmanschap bloot van alle gasten die aan dit project hebben meegewerkt. Het lijkt te luisteren naar een band die al eeuwig samen speelt. Memorabele songs, steeds gepassioneerd door Smith gezongen en het voortreffelijke mondharmonicaspel van Corritore geeft de perfecte samensmelting. De oude blues weet in zijn schijnbare eenvoud van uitvoering altijd te intrigeren en te prikkelen, een fascinerend mysterie dat veel musici ertoe brengt het prestige ervan hoog te houden en levend te houden. Jimi “Primetime” Smith & Bob Corritore zijn er met dit nieuwe album op een geweldige manier in geslaagd.